Wandelmaatje

‘Kom Mimi, het is tijd voor het laatste rondje voor de nacht. Ik doe je een dekje over, want het vriest en je moet geen kou vatten. Het is iets aan de grote kant, maar zo blijven je oortjes ook lekker warm.

Jij vindt die avondklok prettig, hé. Bijna geen auto’s.’

De wijkagent maakt een praatje. ‘Goedenavond, mevrouw Loonstra, ik wist niet dat u een hondje had.’
‘Ja, vandaag net van het asiel gehaald. Maar kom niet te dicht bij haar, want ze is erg bang.’
‘Ik merk het, ze miauwt ervan…’