Uitslover

Bijzonder om in februari 14 graden te hebben met een lekker zonnetje.
Ik ga heel veel buiten doen.
De ramen zijn sinds begin januari niet meer gedaan, dus voor en achter alles weer lekker helder maken. Voordat ik buiten verder ga eerst even stofzuigen. In de wintertijd laten de katten overal haren achter. De stofzuiger terug in de trapkast. Daarvoor moet ik een moeilijke draai maken. Maar mijn rug is hartstikke soepel. Ik test eens of ik nog goed de grond kan raken. Ja hoor, zelfs met de hele hand.
Gauw weer naar buiten. Ik rij de container naar voren en haal de verdorde bladeren van de vrouwenmantel. Een lieveheersbeestje, wat lief. Zou ik hem wakker hebben gemaakt uit zijn winterslaap? Nou ja, een goeie dag om even te genieten en misschien wat te eten.

De dode takken van de Sedum, Astilbe en Flox wil ik nu ook weg hebben, want dat staat zo herfstachtig. Ik ontdek nieuwe sneeuwklokjes en de narcissen laten zich ook al zien.
De Annabel mag me haar bruine pluimen ook geven, anders waaien ze straks overal heen. Het is wel rekken en draaien in de gekste bochten, want het is een brede plant en ik wil niks laten zitten.
Tijd om te koken. Wat zijn die kastjes toch hoog. Ik moet in deze keuken voor alles op mijn tenen of op het trapje klauteren.

De volgende dag.
Het belooft vandaag nog warmer en zonniger te worden en ik verheug me op een hele dag buiten werken. De container staat nog voor, dus ik zal eerst de voortuin afmaken.
Ik buk me om mijn schoenen te pakken en oh, oef, dat ging nog maar net goed.
Bijna door mijn rug!
Ik weet uit ervaring dat ik deze waarschuwing serieus moet nemen. Nog een paar keer zo’n pijnscheut en ik zal weken lopen als een tachtigjarige en misschien zelfs naar de fysio moeten.
Lopen is de remedie.
Met moeite weet ik mijn schoenen weer te pakken, zet ze op het keukentrapje en, met elke beweging onder controle – mijn rechtervoet in de schoen, de linkerknie op de onderste tree en mijn rug recht-  krijg ik het voor elkaar.
Dit wordt een dag van veel wandelen. Gelukkig doe ik onderweg wel weer inspiratie op om te schrijven. Dat hoop ik tot mijn honderdste te kunnen doen…