Taalverloedering

(woord van de week)

De postduif pocht over zijn reissuccessen.
‘Ik heb veel geleerd,’ zegt hij trots.
‘Wist je dat mensen slechter communiceren dan wij?
Onze “roekoe” is over de hele wereld duidelijk. Maar mensentaal geeft veel problemen.
Men stuurde mij eens naar Marum. Bij aankomst in Groningen, werd ik naar Friesland gestuurd. Hun Marrum noemen ze ook zo.
Voor extra kracht, kocht ik een half maisbrood. Ik kreeg een hele. Dat schijnt daar hetzelfde te klinken. En hij zette steeds de hand aan zijn oor en zei: “Lûder”.
‘Je bent zelf een loeder!’ roekoete ik.
Mijn ring noem ik nu mijn taalverloederring.