Rupsje nooit genoeg

Afgelopen zomer stond er tussen onze buxushaag één bruine struik. Ik keek er wat meewarig naar, als zijnde een zwak exemplaar. Die keer dat de buxus van de buren eraan ging, bleef die van ons kerngezond. Bovendien had ik wel meer te doen.
Afgelopen week werd ik gestraft voor dit optimisme. Ik zag nu in alle struiken dode bladeren en kaalgevreten steeltjes. Ik hoefde niet lang te zoeken om de daders te vinden.
Even keek ik geboeid naar die mooie groene kronkelbeestjes met hun zwarte kopje en mooie tekening over de rug. Ik herinner me het plezier dat ik vroeger had als ze over mijn hand kropen. Kinderen drukken een tuin niet uit in geld en zien alleen natuur. Helaas moet ik nu de realiteit

onder ogen zien. In bijna elke struik zitten eitjes met nog meer van die lieve vretertjes in de maak, dus we kunnen geen vriendjes meer zijn.
Als ik de snoeischaar ter hand neem, kan ik niet anders dan een slagveld achterlaten. Het is menens. Wil ik een kleine kans maken om volgend jaar nog iets van een haag terug te zien, moet ik niet pietluttig te werk gaan. Dramatisch om te zien, hoe onder een, ogenschijnlijk frisgroen, bladerdek hele babykamers schuil gaan.
Na de heftige huisvredebreuk, ga ik ze plagen met een plantenspuit met een heerlijk mengsel van azijn en zeep met eucalyptusgeur. De paniekerige bewoners die ik daarna nog tegenkom evacueer ik naar de groene container. Ik troost ze met de boodschap, dat ze daarin nog een week heerlijk hun buikje vol kunnen vreten. De energieke doorzetters die denken, hun weg wel weer terug te vinden, duw ik hardhandig weer terug. Uit voorzorg zet ik de bak in de achtertuin waar geen buxus te bekennen is.
Ik hoor dat dit probleem in het hele dorp speelt en bij verdere verdieping, lees ik dat de buxusmot al sinds 2017 in het hele land de aanval inzet. De vogels die wel een rupsje lusten, zijn niet bij machte om het evenwicht in stand te houden. Het ziet er naar uit dat de buxus over enige jaren uit het straatbeeld gaat verdwijnen, want dit luxe struikje wordt nu zowel kostbaar als arbeidsintensief.
Misschien terug naar de nostalgische ligusterheg? Gemakkelijk in onderhoud en oersterk. In de zomer heerlijk geurende bloemen, die vlinders aantrekken zonder dat de heg daar hinder van heeft.