Prettige ontmoeting

In mijn dromen zag ik een klein meisje, stampend in de plassen terwijl ze luidkeels een liedje over regen zong. De kou en regen leken haar niet te deren, net zo min als de modderspatten die van haar bont gestipte laarzen helemaal tot aan haar warrige krullenbol omhoog spatten.
‘Wordt je moeder niet boos als je zo thuis komt?’
‘Ja, maar ik ga nog lang niet. Eerst pret maken.’
‘Hoe heet je eigenlijk?’ vroeg ik. Ze brabbelde iets dat me bekend voorkwam.
Wat fijn dat ze nog steeds in me zit, dacht ik bij het wakker worden.