Terwijl zijn ogen kijken naar de trap, zint hij op zijn favoriete grap. Hij fopt me met een stap naar rechts, en springt dan snel naar links, ontwijkt mijn hand en rent slinks langs me heen. Ik denk meteen aan modderpoten op het bed en grijp hem bij zijn stoute kladden. In zijn oogjes fonkelt nog de pret, die we, volgens hem, toch hadden. Ik til hem naar beneden, zielsgelukkig spinnend en tevreden.