Hoteldebotel

hoteldebotelHet is de laatste avond van Mirella’s vakantie in Italië. Op het dak van het hotel, hebben ze een uitzichtpunt gevonden, waar bijna nooit iemand komt. Dromerig kijkt Mirella over de zee van lichtjes, beneden hen. Antonio kijkt haar vragend aan, terwijl hij de Chardonnay inschenkt.
‘Ga je het doen? Durf je het aan?’
Mirella kijkt diep in de chocoladebruine ogen van Antonio, waarin ze de afgelopen weken zo vaak is verdronken. Hij slaat zijn sterke armen om haar heen en na een lange, betoverende kus, pakt ze resoluut de telefoon.
 ‘Ik ga mijn ouders bellen’. Antonio antwoordt met zijn liefste glimlach.

‘Hallo mam! Hoe gaat het met jullie?
Nee, ik heb de koffers nog niet gepakt, want mijn plannen zijn veranderd.
Die Italiaanse taal is toch zo mooi. Wist je dat het een belangrijke handelstaal is? Het zou een goede aanvulling zijn op mijn opleiding. En gisteren kwam ik in contact met de eigenaar van een pizzeria, hier in Bellagio, die mij een baantje aanbood. Hij biedt een redelijk salaris met kost en inwoning erbij.
‘Ja, ik weet dat het allemaal heel snel bedacht is, maar…
Wie je op de achtergrond hoort? O, dat is Antonio, die heb ik hier ontmoet. Hij neuriet een liedje, zo romantisch! Ja, mam, ik zal het je eerlijk zeggen: ik ben heel erg verliefd. Maar dat is alleen maar mooi, toch? Als ik hier woon en werk kan ik hem vaak zien.
Je wilt wat meer over hem weten? Nou, hij bakt pizza’s. Ja inderdaad, diezelfde pizzeria. Het zijn namelijk zijn ouders. Hele aardige mensen.
Hoezo, ben ik snel verliefd? Ja, het lijkt een beetje op het verhaal van Duitsland, maar dit is toch heel anders. En  Piédro uit Spanje, vorig jaar, die was veel te macho. Ja, Italianen lijken dat soms ook, maar Antonio is echt heel lief. Hij is gek op zijn broertjes en zusjes en later willen wij ook zo’n groot gezin. Als jullie ons dit jaar eens komen opzoeken, zal je zien, hoe gelukkig we zijn. Misschien kunnen we dat combineren met ons verlovingsfeest, want daar willen we niet te lang mee wachten.
Wat hoor ik pap nou zeggen? Jullie komen me halen?’