Het feest der herkenning

De jam is op! Nu kan ik geen beschuit eten.
Naar de dagbesteding wil ik niet, want het duurde lang om de havermout van de muur te halen en nu is het negen uur geweest.
Daar komt Rommie om me op te halen. Met Rommie wil ik wel mee. Zij is lief.
Bij aankomst krijgen we koffie en koek en op het bord plakt Rommie de pictogrammen: een zonnetje, zaterdag en 9 september.
Daarna ga ik puzzelen.
In de pauze schenkt Rommie de melk in en dan mogen we de broodtrommeltjes openen.
Twee boterhammen met pindakaas. Klopt precies.