Het andere leven

‘Hé dag lieverd, kom binnen’. Ze negeert me totaal en loopt met vastberaden tred naar de achtertuin. Haar broer doet al net zo, even wat eten en dan gauw weg. Ik kijk waar het dan zoveel beter is dan hier en ontdek het feest.
Ze rolt zich door de elzenbloesem en kijkt me uitdagend aan. Hier mag ik haar aaien, hier heeft ze alle tijd. Haar broer roetst over de rozenboog, maar de luid tsjilpende mussen zijn alweer te snel.
Ik pak een stoel, omarm de zonnestralen en ruik de zoete geur van viooltjes.
Vanaf nu wonen we buiten.