De schat van Oscar

In het stadspark hebben de krokussen plaatsgemaakt voor boterbloemen en madeliefjes. De grote rododendrons laten veelbelovende knoppen zien. Bij de vijver zit een gezin te picknicken en verderop spelen twee jongens met een bal. Mijn oog valt op een meisje van een jaar of tien, met een grote teddybeer in haar arm, die haast net zo groot is als zijzelf. Ze praat voortdurend met de beer. Als ze langs me loopt, lijkt ze te aarzelen. Dan kijkt ze me vluchtig aan en zet de beer naast me op de bank. ‘Ga hier maar even zitten,’ zegt ze en gaat boterbloemen plukken. Ze maakt een boeketje en loopt ermee naar de beer. ‘Hoe vind je deze? Mooi, hé. Wat zeg je? Wil je ze aan die mevrouw geven?’ Een beetje schuchter, kijkt ze me aan. Dan klemt ze de bloemen tussen de pootjes van de beer en zegt: ‘Wil jij deze bloemen hebben?’
‘O, wat aardig!’ zeg ik ‘Wat een mooie boterbloemen.’
Ze laat de beer een beetje knikken met zijn kop en steekt een poot naar me toe. ‘Mijn naam is Oscar.’
 ‘Dag Oscar. Ik ben Ria,’ zeg ik, terwijl ik zijn poot schud.
‘En hoe heet jij?’ vraag ik het meisje. Het meisje steekt een poot omhoog en zegt: ‘Ze heet Camilla. Ze praat alleen met mij. En als ze jou wat wil zeggen, laat ze mij dat doen.’
‘Wat een fijne vriendschap. En lief dat Camilla jou mee neemt.
Vindt Camilla jou niet wat groot, om steeds mee te sjouwen?’
‘Camilla zegt, dat ze me nodig heeft.’
 ‘Waarvoor dan?’ vraag ik.
‘Praten jullie maar even verder,’ zegt Camilla. Ik ga een ketting rijgen van madeliefjes.’

Tijdens het rijgen kijkt ze af en toe even snel mijn kant uit. Ze maakt een knoopje in de bloemenslinger en loopt naar me toe. Ze fluistert iets in het oor van Oscar. De poot van Oscar duwt tegen mijn arm en ik hoor: ‘Vind je mij een lieve beer?’
‘Jazeker,’ zeg ik.
‘Dan is deze ketting voor jou.’ Oscar pakt de bloemenkrans tussen twee poten en geeft het aan mij. Ik hang de ketting om mijn hals. ‘Daar ben ik heel blij mee,’ zeg ik.
‘Mooi,’ zegt Oscar, met zijn kop opzij. ‘Zijn we dan nu vrienden?’
‘Ja hoor,’ zeg ik. ‘Maar je hebt me nog niet verteld, waarvoor Camilla jou nodig heeft.’
‘Ik zal Camilla vragen, of ik het mag vertellen.’ De kop richt zich naar Camilla. Even kijkt ze Oscar vragend aan. Dan fluistert ze een heel verhaal en knikt Oscar toe, dat het goed is.

‘Camilla heeft bergen fantasie en weet dan soms niet meer of het echt gebeurd is.De kinderen uit haar klas zeiden dat ze vaak jokte. Toen gaf Juf Els mij  aan haar. Ze vertelt de verhalen nu eerst aan mij en dan kan ik bedenken, wat waar is en wat niet. Dat gaat zo goed, dat ik bij Camilla mag blijven.’
‘Wat een wijze juf,’ zeg ik. ‘Maar kon ze niet een kleinere beer geven?’
‘Nee, want haar beer heeft een grote buik nodig.’
‘Nou maak je me nieuwsgierig.’
‘In mijn buik zit een ruimte, om schriften met verhalen in op te bergen. Juf Els zegt, dat ze veel moet schrijven, om haar fantasie niet kwijt te raken. Misschien wordt ze wel schrijfster.’
‘Dat zou heel goed kunnen,’ zeg ik, terwijl ik mijn hand op Oscars buik leg. ‘Dan ben jij haar schatbewaarder.’