Zijn dromen bedrog?
‘Wat bezielt jou, om daar nu nog aan te willen beginnen? Een tweede huisje in Frankrijk. Kijk eens in de spiegel. Die rimpels, boven je grijze baard, liegen niet. Je kunt niet meer plannen maken, alsof je nog dertig bent. Over 3 maanden geniet je van je pensioen.
Zo’n huis heeft altijd verborgen gebreken en voor je het weet, ben je jarenlang bouwvakker. Waar haal je de energie vandaan? Ik zie je nu elke dag afgepeigerd op de bank neerploffen.’
‘Maar Alie, je moet zo’n huisje niet zien als werk. Natuurlijk is er eerst een hoop drukte, maar ik kan echt nog wel wat, zeker als ik niet meer hoef te werken. Ik zie het meer als hobby. En het is niet dat we daar gaan wonen. Het is gewoon een uitval, om af en toe te vertoeven.’
Alie steekt haar grijze staart in een knot en Hendrik ziet de rimpel boven haar neus dieper worden.
Die nacht droomt ze van haar tante Riet in de Dordogne. Ze ziet zichzelf weer lopen tussen de druivenranken. Ze plukt kruiden voor de groentesoep en lavendel voor onder het kussen.
Bij het wakker worden ruikt ze nog de lavendel en wordt overmand door weemoed naar die fijne vakanties uit haar jeugd.
Tijdens het ontbijt vertelt ze Hendrik over haar droom, als de telefoon gaat. Het is tante Riet!
Na een lang gesprek kijkt Alie even wezenloos voor zich uit. Dan vertelt ze, met een hoogrode kleur, het nieuws van tante Riet.
‘De buurvrouw van tante wil haar huisje verkopen. Het is klein en eenvoudig, maar in goede staat. Tante is al tachtig en mist de familie daar, maar terug naar Nederland, wil ze niet.
Ze zei, dat ze vanmorgen ineens aan ons dacht en eens wilde bijpraten. Is dat niet gek? Net nu?’
‘Het is wel toevallig.’ zegt Hendrik.
‘Toeval bestaat niet’, zegt Alie. ‘Die droom is “gestuurd” en nu ben ik er klaar voor.’
