Scharrelkippen

‘Kom Mimi, Winnie is al weg. Jij bent de kleinste, dus jij moet er ook doorheen kunnen.’
Daar gaan ze, op weg naar de tuin van de buren, in de vaste volgorde: Winnie als gids, Truus als assistent en Mimi als laatste.
‘Wat een vette wormen hier,’ kakelt Winnie.
Truus neemt een zandbad. ‘Heb je die mooie haan gezien?’
Mimi vindt hem maar een rare snoeshaan. ‘Ik zag hem uit het water komen.’
De volgende dag hoort de boer bijzonder uitbundig gekakel. De drie dames hebben zeer grote eieren gelegd, die ze met scherpe snavel bewaken.