Op een druilerige winterdag

Hola poes, niet zo naar binnen met je vieze pootjes, hier, loop eerst eens over deze doek.
Kom ik maak je pootjes schoon. Ja ik weet wel dat je geen hond bent maar zo kan het niet. Kom hier! Nee ik wil niet spelen, au! Met je moddernagel nog wel! Gauw afspoelen.
Nee hé, overal pootjes, wat een ramp. Ik word moe van dit weer, even op de bank.
Nee je kan niet bij me liggen, modderpootjes, weet je nog, ach laat ook maar, ’t is nu toch al te laat.
Spinnend dromen we van de lente.