Hoe zou het zijn?

Hoe-zou-het-zijn---1‘Olga, luister eens.’ Annie heeft een rode blos op de wangen als ze naast haar persoonlijk begeleider gaat zitten. ‘Over een maand is het ons jubileum, hè. Dan zijn we al 10 jaar bij elkaar.’
Haar amandelvormige ogen schitteren. ‘Vannacht had ik weer die droom, dat Herman en ik gingen trouwen en ik had een prachtige witte jurk aan.’ Olga zucht en pakt haar handen.
‘Annie, we hebben dit al heel vaak besproken, hè.’
‘Maar ik denk er zo vaak aan.
Zo’n prachtige, witte jurk, met een sluier en mooie witte schoenen.
Net als een prinses uit mijn sprookjesboek. Kon ik maar eens zo’n jurk passen.’
‘Is dat het allerbelangrijkst voor je? Gewoon jezelf eens als bruid zien?’
‘Ja, we weten wel dat trouwen niet kan. Maar kon ik het maar eens zien. Hoe zou het zijn, als ik niet “anders” was?’

Die avond gaat Olga praten met de ouders van Annie en Herman.
De ouders van Annie hebben al heel wat moeten overwinnen, om toestemming te geven voor het samenwonen. Maar ze weten ook wel, dat dit verlangen te sterk is om te negeren. Na veel wikken en wegen komen ze tot een besluit.

Een week voor hun jubileum vertelt Olga aan Annie, dat ze op de feestdag een trouwjurk mag passen, die ze de hele dag mag dragen.
Annie weet niet hoe ze moet kijken. ‘Olga, mag dat echt?’
‘Ja,’ zegt Olga, ‘je ouders vinden het goed.’
‘O, wat spannend! En kan ik er dan mee op de foto?’ Olga knikt en geniet ervan om te zien hoe de voorpret zich opbouwt.
‘Dan kan die foto hier mooi in de kamer hangen. Ze denkt even na. ‘Zou Herman er dan bij op kunnen? Dan moet hij een heel net pak aan.’
‘Dat lijkt me een heel mooi idee.’
Annie klapt in haar handen. ‘Hoi, hoi, Ik ga het Herman vertellen.’

Die nacht kan Annie niet slapen van de spanning. Steeds ziet ze zichzelf in zo’n prachtige jurk. En Herman die zo verliefd naar haar kijkt.
Ze fantaseert over een groot feest met een prachtige bruidstaart en aan haar hand een gouden ring.
De volgende morgen, als de begeleidster van die dag binnenkomt om haar te helpen met de was, begint ze er gelijk over. Ze krijgt als antwoord, dat ze het maar gauw weer uit haar hoofd moet zetten. Echt trouwen zit er nu eenmaal niet in.

Olga heeft een bruidswinkel gevonden, waar ze zich kunnen inleven in mensen met Down. Het personeel belooft, hen alle tijd te gunnen.
Op de dag van het tienjarig jubileum, staan ze ’s ochtends om negen uur al in de bruidswinkel. Annie is als een stuiterbal, zo druk en Olga vraagt zich af, of het niet teveel voor haar is .
Annie loopt gelijk op een strak getailleerd model af, maar de verkoopster zegt dat dit voor hele magere meisjes is. ‘Probeer deze eens,’ zegt ze. ‘Die zit vast lekkerder. Je wil toch niet steeds je buik inhouden?’ Ze trekt hem aan en hij zit als gegoten. De lengte is precies zoals ze wil en op de hals zit van die “gaatjesstof”, net als haar bruidsbarbie. ‘Hebben jullie ook sluiers?’ vraagt ze.
Als ze in de spiegel kijkt, ziet ze de bruid waar ze van droomde. Keurig opgemaakt, in een prachtige, witte jurk met een sluier en mooie witte schoenen. Ze krijgt tranen in haar ogen en zou uren zo kunnen blijven staan.
‘Zo prinses,’ schudt Olga haar wakker, ‘nu gaan we naar huis om Herman op te halen en dan gaan we een leuke plek uitzoeken voor foto’s.’
Thuis staat Herman haar op te wachten, in een deftig kostuum, met een bruidsboeket van rode rozen met Lelietjes van Dalen.
Herman kan zijn ogen niet van haar af houden. ‘Zo mooi heb ik je nog nooit gezien.’
‘Ik jou ook niet’ glundert Annie.
Bij een kasteeltuin vol kleurige Rododendrons maken ze een uitgebreide reportage.
‘Zullen we op de terugweg nog even langs het hotel rijden, waar mijn moeder werkt?’ vraagt Olga. ‘Dan kan zij jullie kleding ook even zien.’ Annie en Herman kennen haar moeder en vinden het een goed plan.
In het hotel openen ze de deur, waarachter de moeder van Olga meestal is.
Hun mond valt open van verbazing.
Een zaal vol familie en bekenden zingt: ‘Daar komt de bruid’. Alles is prachtig versierd en op een ronde tafel staat een hele grote bruidstaart met rode hartjes en een bruid en bruidegom er bovenop.
Herman geeft haar een gouden ring en zegt: ‘Wil je altijd bij me blijven?’
‘Ja,’ snikt ze en geeft hem de ring, die Olga haar in de hand stopt.
Bij zijn “ja” zegt ze: ‘Wat voelt dit echt. Hier heb ik altijd naar verlangd.’

Hoe-zou-het-zijn---2