Eten uit onze kindertijd

Voor een schrijfopdracht moest ik een stukje schrijven over eten uit mijn kindertijd. Dit was een leuke aanleiding om hier ook eens over te schrijven in het levensboek van mijn moeder; een map met verhalen en foto’s waar ik op Moederdag 2019 mee ben begonnen.
En vanwege de nostalgie vind ik het ook een leuk onderwerp voor mijn blog.
Ik plaats het in de originele stijl, zoals ik gewend ben in haar levensboek, dus compleet met heit, mem en beppe (vader, moeder en oma).

In ons ouderlijk huis werd ’s zondags altijd soep gegeten.
Groentesoep uit een pakje met minder water dan in het recept. Dan nog een handvol vermicelli erbij om het nog wat dikker te maken.
Mijn vader maakte dat op zaterdagavond en braadde dan gelijk het vlees. Het rook heerlijk en de tenorstem van heit klonk door het hele huis. Heit vond het leuk werk en daarom konden wij meegenieten van de koorzang.
Met kerst was de soep extra hartig met een heerlijk kruidige geur. Dat kwam doordat  het restant van de runderrollade, die we van beppe altijd kregen, werd gebruikt als bouillon.

We hadden een eigen perenboom die heel veel stoofperen gaf, dus dat stond regelmatig op het menu. Wat we teveel hadden werd ingevroren. Dat betekende wel dat heit en mem heel wat uurtjes bezig waren met het schillen en panklaar maken van de roodkokers. Toen we later het huis uit waren kwamen heit en mem ons nog regelmatig verrassen met panklare ingevroren peertjes.
Mem was  een ster in het koken van stoofperen. In een grote pan vol water en een flinke kop suiker kreeg mem ze, zonder verdere hulpmiddelen, dieprood. En het rundvlees dat er zo lekker bij smaakte kreeg mem ook altijd heerlijk mals.

Als mem makkelijk wilde koken maakte ze soms griesmeel. Niet als pap, maar als hoofdmaaltijd. We deden er dan boter en suiker op. Dat smolt gelijk en maakte het lekker romig. Het was zo stevig dat je het met de vork kon eten.
Als toetje hadden we vaak warme custardpudding. De geur van vanille rook zo lekker. Bij het maken mochten we altijd even proeven van het custard/ suikermengsel.  Eenmaal op tafel was het taaie, zoete vel misschien nog wel het lekkerst.

We aten ook wel eens krentjebrij. Mem noemde dat gezondheidsbrij en maakte dat helemaal zelf met gort dat ze kookte in rode bessensap. Daar kwamen dan krenten en rozijnen bij.
Mem serveerde dat warm en we vonden het allemaal heerlijk.

Bruine bonen kwamen uit de eigen moestuin en moesten dus eerst een nacht worden geweekt en dan een uur koken. We aten ze met spek en een beetje azijn.

Op oudejaarsdag was heit weer actief achter het fornuis. Heit zijn oliebollen, met appel erin en bier als gist, waren verrukkelijk en ook populair bij de buren. Na twaalven kwamen ze allemaal langs voor een nieuwjaarswens en zo’n heerlijke oliebol.